Gezonde en ongezonde relaties
De relaties die we in ons leven met anderen ontwikkelen zijn op onbewust niveau een afspiegeling van de hechtingsrelatie met onze moeder na de geboorte. Gezonde relaties zijn gebaseerd op oprechte gevoelens van liefde, empathie en belangstelling. Er is sprake van gelijkwaardigheid en de mogelijkheid bestaat om relaties aan te gaan en te beëindigen. Bij ongezonde (destructieve) relaties is er sprake van dominant of onderdanig gedrag, emotionele afhankelijkheid en speelt (verlatings)angst en agressie een rol. Het is dan niet toegestaan de relatie te beëindigen.
De problematische hechting bij het liefdestrauma en vroegkinderlijk trauma zorgt voor relationele problemen in het latere leven. De overlevingsdelen als gevolg van de ongezonde relatie met de moeder worden geactiveerd en herhaald bij latere relaties met andere mensen. Dit kan veel verschillende vormen aannemen, zoals: de ander claimen, neiging tot domineren van de ander, afhankelijkheid, onderdanigheid en het gebrek aan gemeenschappelijke interesses. Wat helpt is dat partners eerst werken aan het verwerken van hun eigen trauma’s. Daarna ontstaan betere relaties met anderen.
Mensen met een bindingstrauma kiezen (onbewust) vaak partners met een bindingstrauma. De relaties kunnen dan een dynamiek krijgen van enerzijds herhalende pogingen tot symbiotische versmelting en anderzijds vernedering en bestrijding van de partner. Soms leidt dit tot geweld, drugsgebruik, overspel, jaloezie en verzoeningsrituelen. Mensen met een bindingstrauma zijn moeilijk bereikbaar, omdat ze bang zijn voor intiem, emotioneel contact en de activatie van hun traumadelen. Het gevolg is weinig vertrouwen in anderen en een voortdurende angst voor geweld en afwijzing. Tegelijkertijd is er een diep verlangen naar liefde.